‘Ik kies ervoor om mijn energie niet te stoppen in frustratie of afhankelijkheid’

Bron: Volkskrant

Land van afkomst: Meral Polat

Welke rol speelt afkomst in Nederland? Dat onderzoekt de Volkskrant in een reeks interviews. Actrice en zangeres Meral Polat ( 35 ) werd elke dag op weg naar school uitgescholden. Tot ze het niet meer pikte.

Vroeger kreeg Meral Polat dit soort rollen aangeboden: ‘We hebben een Fatima nodig, ze is schoonmaakster en mishandeld door haar oom. En haar belangrijkste tekst bestaat uit: wilt u nog koffie, meneer De Vries?’

Polat: ‘Ik antwoordde dan dat ik bedankte voor de aanbieding, maar dat het voor mij geen interessante rol was. Mijn reactie was niet om erover te klagen. Ik zag dat het zo was, alleen koos ik ervoor om me niet bezig te houden met negativiteit.’

Haar ouders ontmoetten elkaar in de Efteling. ‘In die tijd, eind jaren zeventig, had je Turkse buurthuizen. Met bussen maakten al die buurthuizen samen een uitstapje naar de Efteling. Toch hadden mijn ouders geen sprookjeshuwelijk, of een romance zoals Romeo en Julia. Nee, man. Ze konden niet met elkaar en ook niet zonder elkaar.

‘Mijn vader is de oudste van acht broers en zussen. Vanuit Oost-Turkije moest hij vanaf zijn 9de naar Istanbul om te werken. Op zijn 23ste kwam hij naar Nederland. Mijn moeder was 12 toen ze verhuisde naar een betonnen flat in Zaandam. In Turkije was ze gewend om buiten op een boerderij te leven.’

Hoe was Zaandam voor jou?

‘Eerst woonden we in Poelenburg, inmiddels landelijk bekend van de vlogs van Ismail Ilgun. Daar woonden veel andere Turkse gezinnen. Ik dacht niet eens na over de vraag of ik Turks of Nederlands was. Mijn ouders zijn allebei Koerdische alevieten, ik ben niet streng gelovig opgevoed. Na tien jaar verhuisden we naar het centrum van Zaandam. Daar werd ik me er voor het eerst bewust van dat ik anders was.

‘Ik zat op een christelijke school. Mijn moeder had uitgezocht dat dit de beste school was. Het was een paar minuten verderop. Naast ons huis was een openbare school. Elke dag kruiste ik onderweg naar school twee andere jongetjes die de omgekeerde weg aflegden naar de school naast ons huis. Kees was blond en had rode wangen. Zijn vriendje had rood haar.

Nederlands

‘In andere landen.’
Turks
‘Het moet zijn: Turks-Koerdisch. En het is afhankelijk van met wie ik in contact kom en waar.’
Eten
‘Yalanci köfte. De köfte die liegt dat hij köfte is. Omdat er geen vlees maar bulgur in zit.’
Partner
‘Tot mijn 25ste altijd Turkse en Koerdische jongens. Daarna alleen Nederlanders. Nu kan het alles zijn.’
Nationaliteit ontnemen
‘Jongens die zich bij IS hebben aangesloten vormen een groot gevaar. Maar als Nederland ze jaren geleden had omarmd, was de kans op radicalisering kleiner geweest.’

‘Iedere ochtend riep Kees naar mij: vieze Turk, rot op naar je eigen land. Ik vroeg aan mijn vader: ze zeggen dat ik moet oprotten naar mijn eigen land, wat betekent dat? Na een paar jaar ging mijn broertje naar groep 3. Op een dag zat hij achter op de fiets bij me. Ik zag Kees en zijn rode vriend eraan komen en ik dacht: dit mag mijn broertje niet meemaken. Ik gooide de fiets neer, met mijn broertje er nog op, en ik rende naar Kees en begon hem te schoppen. Ik bleef roepen: ik wil jou nooit meer zien. Daarna heb ik hem ook nooit meer gezien.’

Hoe was het verder in Zaandam?

‘Ik zag dat iedereen hetzelfde deed. Op je 21ste stiekem verkering. Twee jaar later verloofd en weer een jaar later afgestudeerd in iets met administratie. Dan ga je trouwen, koop je een auto en ga je in het weekend op bezoek bij je schoonouders.

‘Mijn vader speelde altijd saz, een soort Turkse gitaar. Ik zat dan op de bank en zong met hem mee. In Turkije had zijn vader de saz kapotgeslagen. Hij vond dat artiesten hoeren waren en dat mijn vader moest werken. We zaten op de bank en mijn vader zei: je bent ongelukkig. Ik antwoordde: eh ja, ik ben ongelukkig, wat is daarmee? Ik was 16 en deed een toerismeopleiding.

‘Je kunt alleen denken vanuit de kaders die je al kent. Ik wist niet eens dat er zoiets bestond als een toneelschool. Mijn vader vroeg, en hij sprak precies deze zin uit: wil jij een astronaut zijn, wil je een wolk zijn of een zeemeermin? Bij hem zat daar een heel verhaal achter, over wat hij had willen doen met zijn eigen leven. Hij had muzikant willen worden, maar dat kon niet. Het opende deurtjes in mijn hoofd. In het buurthuis had ik twee jaar eerder meegedaan aan een toneelstuk dat werd opgevoerd op Moederdag. Dat vond ik leuk. Een week later kwam mijn vader met een inschrijfformulier van de toneelschool.’

Hoe beviel het daar?

‘Voor de eerste keer in mijn leven voelde ik me geen alien meer. Ik was weg uit Zaandam en de toneelschool had een vrije horizon. Iedereen was hetzelfde, we wilden allemaal acteurs en actrices worden.’

Kon u dezelfde actrice worden als uw klasgenoten?

‘Nee. Dat werd duidelijk in mijn stagejaar. Door de stages waar ik uit kon kiezen en de rollen die ik kreeg aangeboden. Op school voelde ik dat nog niet, maar toen werd duidelijk hoe de buitenwereld mij zag: niet als een actrice, maar als een Turks-Koerdische actrice. Dat is ook wat ik ben en dat is goed. Ik ben een vrouw met vormen en donkere krullen en wenkbrauwen.

‘Voor de rol van een petite lief blond meisje zal ik niet worden gevraagd. Ik heb veel andere rollen gespeeld. Turkse vrouwen en Italiaanse en ook Nederlandse. Ik kies ervoor om mijn energie niet te stoppen in frustratie of afhankelijkheid. De generatie voor mij heeft een moeilijke weg afgelegd. Ik kan op hun schouders staan en verder lopen.’

MERAL POLAT

(Nederland, 1982) speelt vanaf eind januari in de tv-serie De luizenmoeder. Als artist in residence maakt ze momenteel voorstellingen in de Amsterdamse Tolhuistuin.
Ook doet ze vanaf mei mee aan het bekroonde theaterproject WijkSafari met Adelheid Roosen. Eerder speelde ze in de tv-serie Noord/Zuid, de film De Boskampi’s en in het toneelstuk Snorro, de gemaskerde held.

Heeft u weleens gedacht: ik probeer het in Turkije?

‘Ik heb besloten me te focussen op muziek, daarmee zou ik graag de wereld ingaan, met Nederland als thuis. Ik zing in het Nederlands, Turks en Koerdisch. Als ik mezelf de vraag stel wat mijn moerstaal is, dan is het antwoord: alledrie. Vorige maand gaf ik een concert in Istanbul, voor een Turks publiek. Na afloop zeiden ze: je bent zo vrij en wild op het podium, dat komt natuurlijk doordat je in Nederland woont. In Nederland hebben ze het ook altijd over die wilde vrijheid. Hier zeggen ze: dat is jouw cultuur, het komt natuurlijk doordat je Turks bent.’

In gesprek

Schrijver Robert Vuijsje (Alleen maar nette mensen, Beste vriend) interviewt voor V Nederlanders over de rol die afkomst speelt in hun leven. Hij spreekt onder anderen nog met: ondernemer Wimmy Hu (Chinees) en vlogger YousToub (Marokkaans).