Bron: Het Parool
Tekst: Marjolijn de Cocq
Foto: Ben Cohen
Actrice, theatermaker en zangeres Meral Polat staat op 4 mei voor Theater Na de Dam met New Cool Collective in Carré. Het is een voorstelling geworden die schakelt tussen toen en nu. ‘Ik ben niet ‘de ander’, ik weiger ‘de ander’ te zijn.’
Wat een onwaarschijnlijke combinatie, had Meral Polat (35) in eerste instantie gedacht toen ze werd gevraagd voor de 4 meivoorstelling in Carré: zij, die toch meer in de wereldmuziek zit, met New Cool Collective – jazz.
Maar de organisatie van Theater Na de Dam stuurt voor deze eenmalige voorstelling juist altijd aan op bijzondere ontmoetingen tussen artiesten. “En ik heb, als ik terugkijk, nooit gekozen voor iets wat ik zelf al kende. Nee, ik wil juist iets doen wat ik nog niet ken, nog niet snap, nog niet weet.”
Zo is ze ook altijd bewust een freelanceartiest geweest. “Een vrije vogel. Ik ben heel erg bezig met: wat wil ik? Wat ga ik doen? Ik kan nog 15 jaar zo doorgaan. Maar wat definieert me? Wat is hier?” Klap op haar buik.” Wat komt van binnenin? Het is elke keer interessant die ontmoeting aan te gaan. En dit is zó interessant, muzikaal gezien.”
New Cool Collective blijkt ook zo veel meer dan die jazz. Later mailt ze, letterlijk van de NCC-website: ‘Een unieke mix van jazz, dance, latin, salsa, afrobeats en boogaloo.’
Als je allebei naar die grenzen durft te gaan, komt er iets uit die ontmoeting
“En dat is tegelijk waar de voorstelling ook over gaat. Ik las laatst iets over religie, de gedachte was: als je de moed hebt naar de uithoeken van je eigen religie te gaan, is dat juist de plek waar je een andere religie ontmoet. Zonder tegenover elkaar te staan. Waardoor je kunt communiceren, contact maken. Dat is in de muziek ook zo.”
“Het is niet zo van: nou, die Polat gaat nu jazz zingen. Maar wel: wat is mijn klank, identiteit en inbreng? En vice versa voor het NCC. Als je allebei naar die grenzen durft te gaan, komt er iets uit die ontmoeting. Iets authentieks, hoop ik.”
De voorstelling, zo wordt aangekondigd, gaat ‘noodzakelijke en pijnlijke vragen’ niet uit de weg. Noodzakelijk en pijnlijk zoals…?
“Een aantal dingen. Voor sommige mensen is het pijnlijke misschien wel dat we de herdenking van de Tweede Wereldoorlog ook plaatsen in het nu. We schakelen steeds heen en weer tussen het hier en nu om te laten zien dat de geschiedenis zich herhaalt. Mensen kunnen zeggen: ‘Dit is ónze herdenking, het gaat om de Tweede Wereldoorlog’.”
De krullen worden woest doorwoeld, Polat valt stil. Laat haar even rustig nadenken, verzoekt ze, anders blijft ze doorpraten. En ze zoekt de juiste lijn.
“De kant die ik zélf als pijnlijk ervaar: is het ook mogelijk? Datgene waar ik echt in geloof? Dat als ik echt, wezenlijk contact met iemand zou kunnen hebben – niet vanuit geloofsovertuiging of achtergrond, maar als mens, als we alle rollen opzijzetten – dat we dan zien dat we allen één zijn? Dat zou een opening zijn, het biedt ruimte om naast elkaar te leven. Maar het is misschien een utopie.”
Mag dat niet? Je mag toch wel hopen?
“Ik ben alléén maar utopistisch. Maar misschien wíllen mensen wel geen contact – en is dat ook oké. Misschien moet ik dat niet willen afdwingen en eisen terwijl ik soms zelf geen contact kan maken, zelf in mijn eigen vooroordelen zit en dichtga. In tegenspraak met alles waar ik voor sta.”
Ik laat mezelf niet ‘de ander’ maken, ik ben niet ‘de ander’
Zoals? Wanneer gaat u dan ‘dicht’?
“Ik heb een buurvrouw in Bos en Lommer, waar ik nu tien jaar woon. Een oude mevrouw, die de oorlog heeft meegemaakt, en ineens is gestopt met gedag zeggen. Daar kunnen verschillende scenario’s voor zijn. Maar mijn vooroordeel is dat ze mij als ‘de ander’ is gaan zien, iets waarvoor ze bang is. Maar ik laat mezelf niet ‘de ander’ maken, ik ben niet ‘de ander’. Dat wilde ik graag tegen haar zeggen. Maar het is mijn vooroordeel dat zij mij ‘de ander’ maakt. En zelfs al maakt ze me ‘de ander’: dat mág.”
‘De ander’ vanwege uw Turks-Koerdische achtergrond. Zegt u haar nog wel gedag?
“Ik lach nog altijd naar haar. Dit is het hier en nu, mijn Bos en Lommer. Ik ben in Amsterdam geboren, in Zaandam opgegroeid, maar in 2000 teruggekomen om naar de toneelschool te gaan. Ik ben een echte Amsterdamse chick. En ik geloof in contact, in verbonden zijn met elkaar, dat we het met z’n allen moeten doen.”
“Maar tegelijk is er de frustratie, de zendingsdrang, dat als jij het níet gelooft, ik je moet overtuigen. Terwijl ik ook geen hapklare oplossingen heb, ik heb de wijsheid niet in pacht. De conclusie is eigenlijk dat ik haar alleen mijn oprechte glimlach kan geven – en niet boos moet worden als ze die niet terug wil geven.”
Een medium heeft ooit gezegd dat het uw enige taak in het leven is vrij te zijn. Hoe belangrijk is vrijheid voor u?
“Dat was een waarzegster die ik had bezocht voor een voorstelling over de liefde waar we van alles onderzochten. En ik kom altijd op haar uitspraak terug. In mijn leven gaat het altijd over vrijheid, over loslaten. Misschien ook door mijn ouders en grootouders en het Koerdische volk waaruit we stammen, een stateloos volk dat de vrijheid zoekt om de taal te spreken, de cultuur te leven. Ik ervaar een intrinsieke vrijheid, van binnenuit.”
“Natuurlijk, je leeft in een systeem. Je betaalt belastingen, je hebt de grenzen van een stramien. Dat is oké, je kunt niet op een berg gaan zitten. Maar het gaat erom hoe ermee omgaat. Je hoeft je met dat stramien niet te identificeren. Mijn stramien in Zaandam was: 22 jaar, verloven; 23 jaar, trouwen, 25 jaar, kind. Huisje, boompje, beestje. Maar ik had dat ongemakkelijke gevoel: waar hoor ik nou bij? Ik hoor bij mezelf, ik hoor nergens bij. En ik hoor overal bij waar ik bij wil horen. Ik probeer open te blijven, in groeien, zoeken, spelen en zingen.”
Als je rauw en eerlijk kunt kijken naar dat zwarte gat, is ook heling mogelijk
In hoeverre bent u door die Koerdische achtergrond beïnvloed?
“Mijn achtergrond is Koerdisch én Turks en dat heeft een dualiteit, zeker door wat zich nu in Turkije afspeelt. Ik ben alevitisch opgevoed, en het alevitisme gaat over hoe te leven als mens. Niet voor het hiernamaals, maar nú een goed mens te zijn. Er zijn niet veel geschriften, alles gaat via liederen, poëzie, kunst. Ik wist niet eens dat de toneelschool bestond, maar zingen en theater waren zo van nature belangrijk.”
“Ik ben hier geboren en opgegroeid, dit is mijn land waarin ik leef en ik ben hier volledig thuis. Maar al dat andere stroomt ook door mijn aderen, wat ik een verrijking vind. En wat ik onbewust heb meegekregen door de onderdrukking van het Koerdische volk, is dat het heel belangrijk is dat je mag zijn. Dat iedereen hier in Nederland mag zijn wie hij is en wordt gezien, van de Marokkaanse jongen in djellaba tot de PVV-stemmer die bang is.”
En het herdenken van 4 en 5 mei?
“Dat heb ik ook van huis uit meegekregen. Dat wij 4 mei hebben, betekent dat dit land mensen officieel een plek geeft om te herdenken, om hun pijn te mogen voelen en troost te krijgen. Iets wat voor veel andere oorlogen, of genocides zoals de Armeense, nog niet geldt. Als je rauw en eerlijk kunt kijken naar dat zwarte gat, is ook heling mogelijk.”
Theater Na de Dam presenteert een muziektheatervoorstelling in Carré, waarbij ontmoetingen worden georganiseerd tussen kunstenaars die nooit eerder samenwerkten. Op 4 mei, 72 jaar na de bevrijding, brengt Meral Polat met leden van New Cool Collective verhalen, muziek en liederen. Eindregie: Gerardjan Rijnders; muziekregie: Wim Selles; tekst: Bo Tarenskeen. Carré, 4 mei, 21.00 uur, kaarten €15. www.theaternadedam.nl